Tinus Fleur, clubkampioen in 1987
De finale van de Vuelta (2006), Vinokoerov wordt uitgeschakeld (tv) en
een geluidsdrager met een klassieke keus van Paul Witteman, ditmaal Bach, vult
de akoestische huiskamer van Tinus. Voor een zonnige zondagmiddag geen slecht
begin voor een gesprek. Tinus woont riant aan een groen plein met speeltuig
voor de kids en overhangende bomen met daaronder zitbankjes. In het klassieke
genre is barokmuziek bij Tinus favoriet.
Tinus Fleur was jarenlang correspondent voor het Sneeker Nieuwsblad met
een schaakrubriek. Met name de activiteiten van de Schaakclub Sneek werden
uitvoerig vermeld, met analyses, schaakcommentaar, standen en
probleemstellingen. Toen midden jaren tachtig het blad z’n sportpagina’s moest
inkrimpen was het schaken het haasje, en bleef een klein rubriekje over met een
probleemstelling, die ook reeds een tiental jaren is verdwenen. Tinus memoreert
uitvoerig de verslagen met foto’s van het Vergonet-toernooi waar Jan Timman als
simultaanspeler in 1987 aantrad tegen 40 schakers. Jan was op dat moment nummer
drie van de wereld achter Karpov en Kasparov en scoorde 85 %. Tinus was één van
de verliezers. Frank Emahr was de enige schaker van de Sc Sneek die tegen Timman
winst afdwong. Timman strijdt dit jubileumjaar tegen 30 genodigde schakers
tegen een prijzengeld dat nagenoeg in evenwicht is met 20 jaar geleden. Of de
prestaties dat evenwicht in stand houden is natuurlijk de vraag.
Tinus leerde het spel van een inmiddels teruggevonden jeugdvriend op
12-jarige leeftijd, speelt nu zo’n 37 jaar, komt via een zwager in aanraking
met het clubschaak in “De Lege Gean” in Gauw en wordt door Marvin Hogeboom in het
allereerste clubjaar van de Sc Sneek in 1982 eraf gemept. Dit spelletje werd in
“De Gouden Leeuw” voor Tinus aanleiding de schaaktheorie grondig te
onderzoeken, getuige zijn boekenkast moet dit zijn gelukt. Het begon met de
openingstheorie van Max Euwe (Van Goor, 1977) “Praktische Schaaklessen”,
waarvan Tinus ook de oude losse delen uit
Het eerste jaar clubcompetitie eindigde Tinus als elfde op een totaal
van 63 leden.
Met Ger de Boer samen, klasgenoten op het VWO, werd de schaakclub
bezocht en al gauw werd er thuis in een groepje met Wytse Wiersma, Wytze vd Zee,
Tjeerd Wiersma en Wim Ykema geschaakt, openingen bestudeerd. Op Terschelling
werd met een dergelijk informeel clubje voor dit doel een caravan afgehuurd ter
meerdere glorie van het schaakspel. Hieruit ontstond later het jaarlijkse
trainingskamp, te beginnen in Norg en de laatste jaren in het Hemelse
Gaasterland, naast de trainingsopzet uit de KNSB-teams nog altijd een soortemet
reünie van ex-Sneker-spelers als Eelke Heidinga en Ralph Zijlma.
“Zeehek”, alias Wytze van der Zee stond voor de “gaten-in-de-stelling”,
volgens Tinus de oorsprong zo’n 20 jaar geleden voor het cluborgaan Tuunhekje.
Twee jaar geleden kwam Yge Visser regelmatig een training verzorgen
voor 1e en 2e teamleden, waaraan ook werd deelgenomen door spaarzaam
verschijnende spelers in de interne competitie: Jouke Algra en Han Holl. Het
verloop echter was te groot gedurende een seizoen om van een succes te kunnen
spreken, hoewel Yge V. hoog wordt aangeslagen als trainer en zelfs dit jaar
gepromoveerd is tot internationaal grootmeester (IGM). Tinus dacht dat deze
titel voor Yge na zijn titel ‘Meester’ niet meer was weggelegd gezien de zeven
jaar tussentijd.
“Koning Indisch in de voorhand” was het favoriete openingsrepertoire
van Tinus Fleur oftewel KI-attack. Douwe vd Meulen was uiterst kritisch over
dit systeem, maar toegepast in een promotieduel tegen Drachten en met lovend
commentaar van Yge Visser wist Tinus eer binnen te halen.
In tegenstelling tot Yge, die volgens Fleur het liefst met twee lopers
speelt, heeft deze clubkampioen het _paard_op_sterke_velden (bijv d5) tot
voorkeur, hij meent dit te hebben geleerd van Fischer. Toch blijft Karpov met
zijn positionele spel een voorbeeldige grootmeester in Tinus’ ogen, heeft
bewondering voor deze recordhouder van 150 toernooien, een “toonbeeld van
suprematie” volgens T.F. Natuurlijk is er grote bewondering voor Fischer die in
de kandidatenmatches vóór het W.K. grootmeesters als Taimanov en Larsen met 6-0
versloeg en Spassky versloeg in de strijd om het wereldkampioen.
Na de middelbare school ging z’n klasgenoot Ger de Boer naar een
technische studie richting Enschede, kwam al gauw terug voor de handel in licht
en Tinus ging aan de faculteit Sociale Wetenschappen (Groningen) in Leeuwarden
de studie Welzijnsvragen volgen, een compleet nieuwe studie, zonder al te veel
structuur, met veronderstelde maximale motivatie van studenten die een
behoorlijk eigen inbreng en initiatief moesten ontplooien. Deze krakkemikkige
studie heeft de status van zelfstandige studierichting nooit gehaald en Tinus
haakte af want kon ook in conclaaf met de docenten het nut van het “Welzijn”
voor de samenleving niet definiëren. Toch heeft hij in zijn werkzame leven
voornamelijk in deze sector, hoe vaag ook, gewerkt. Daar zijn: sociaal
raadsliedenwerk, gezinsvervangende tehuizen, groepswerk met verstandelijk
gehandicapten, medewerker archief in ziekenhuis. Alle voorkomende werkzaamheden
werden verricht, van juridisch advies tot receptie. Sanering van de
werkstructuur was de voornaamste reden tot switchen of stoppen.
Na zeg maar een mislukte studie in Leeuwarden stortte Tinus zich op het
soms fortuinlijke toernooischaak, met nachtelijke toernooien, stapperijen en
vrouwelijk schoon. Ook vaak avontuurlijk. Het weekend-toernooi in Groningen
heeft hem door het winnen van de B-groep eens f 500,- opgebracht in het
vermaarde Beurs-café aan de Vismarkt. Kersttoernooien in negen ronden in de
Harmonie (Leeuwarden) herinnert Tinus zich. In de hoofdgroep van de Kamper-club
zag hij zich geplaatst met tegenstanders als Van der Weide en Hans Böhm, veel
snelschaak ook in Enschede, Bodegraven en Dordrecht, ’s nachts reizen of
schaken.
Meest gevreesde tegenstander op de club van deze ongezonde nachtbraker
(hoewel lang geleden) noemt hij Tom Koster die een geheel eigen speelstijl
heeft. Er zijn sterkere spelers op de club, maar dat zijn geen onoverkomelijke
rivalen. Naast een drietal jaren als competitieleider en teamleider is Tinus
zich gaan toeleggen op schaaktrainingen. In 2004 heeft hij samen met Joe Hania
het A-diploma behaald onder leiding van Cor van Wijgerden, auteur van het door
de KNSB ontwikkelde Stappenplan. Begeleiders van het schoolschaakteam “De Paedwizer”
uit Beetsterzwaag werden ze eens 3e op het Nederlands Kampioenschap, een gevolg
van zaterdagse FSB-trainingen. Hij is medebegeleider van de Sneker
jeugdschaakopleiding en geeft privé-les.
Ik vertrek zoals ik ben gekomen, als begenadigd zanger/gitarist, sluit
dit gesprek met een medley van Cliff Richard/Elvis Presley/Roy Orbison. Er zit
muziek in deze schaker.