Stukjes van Julius
Wie de prachtige documentaire ‘Bobby Fischer against the world’ gezien heeft herinnert zich ongetwijfeld het beeld van de jonge Bobby Fischer: een slungelige puber met bebop kapsel (kort Amerikaans), baggy trousers en houthakkershirt.
Schaakclub Sneek gaat weer eens verhuizen. Aan de wonderbaarlijke odyssee lijkt vooralsnog geen eind te komen. In mijn ruim 22-jarige carrière wordt dit de zesde speellocatie. Mannen als Bergsma en Smid zijn nog vaker verhuisd. Voor smeuïge anekdotes en sappige broodje-aap-verhalen kunt u altijd ben hen terecht. Ook in het onvolprezen jubileumboek ‘Weer Honderd’ valt genoeg te lezen over dit onderwerp.
Na ruim 22 jaar schaken is het me nog nooit gelukt een reguliere partij binnen 10 zetten te winnen. Tot gisteravond.
Wim’s lovende, cynische, vleiende of bemoedigende stukjes betreffende mijn gestuntel op de elektrieke doos schreeuwt om een reactie.
Men beweert dat het schaakspel een oneindig aantal varianten kent. Genoeg voor eeuwen of meer. Aangezien een mensenleven pak em beet 80 jaar gemiddeld duurt lijkt me dit schromelijk overdreven.