Het heeft zo moeten zijn: de eerste clubavond in de 110 jarige geschiedenis van de schaakclub Sneek waar geen competitie werd gespeeld maar een alternatieve vorm, vond plaats op Halloween. Voor veel schakers is elk andere vorm schaak dan het “gewone” een schrik, een nachtmerrie, een duister pad dat liever niet wordt betreden.
Toch had de Algemene Ledenvergadering de euvele moed om deze vorm te introduceren en dit was dan de eerste keer. De voorzitter legde aan de aanwezige twaalf durfals de mogelijkheden uit. De al wat bekendere vormen zoals “doorgeefschaak” en “weggeefschaak” werden unaniem terzijde geschoven, net als “megaschaak” en “hand-and-brains”, enkele varianten die al in de zomermaanden waren beproefd door een select groepje liefhebbers.
Om voorzichtig te beginnen werd gekozen voor een zeskamp met tweetallen. Elk tweetal streed aan één bord tegen een ander duo waarbij elke speler bij toerbeurt een zet moest doen. De duo’s werden op rating ingedeeld (de hoogste vormde een paar met de laagste rating). Het speeltempo werd besloten tot 7½ minuut.
Deze vorm, die we gemakshalve maar omdopen tot de “double-brain” variant, laat vaak bizarre spelsituaties zien. Wat de ene helft van een duo zorgvuldig op het schaakbord voorbereidt, wordt soms genadeloos om zeep geholpen door de wederhelft. Met zes duo’s kon een halve competitie gespeeld worden en na vijf enerverende rondes kwam het duo Selwin/Dylan er als winnaar uit. Met alleen een remise tegen het duo Jan Hans/Hielke (nummer vijf) en een paar mazzelpartijen tegen de duo’s Anne/Johan (uiteindelijk 3e) en het duo Rudolf/Wytze ( prima 2e) werden zij ongeslagen kampioen van de avond. Het duo Christian/Sybe wist op het nippertje de 4e plek te veroveren en het duo Tjitze/Jeroen had na wel erg veel pech en geblunder meer verdiend dan de rode lantaarn positie.
Het was nog maar half tien op deze Halloweenavond en de schakers hadden nog wel zin in een potje. Met elf man werd er verder gespeeld en zo ontstond het idee om een soort van “stoelendansschaak” te spelen. Met vijf borden en elf spelers werd er telkens na een zet van wit en zwart, één plaats opgeschoven. Met de elfde man aan de kop van de tafel die zo om de tien seconden luidkeels “Pong!” riep om aan te geven dat er gezet moest worden.
In eerste instantie bleven de spelers serieus: normale openingszetten en opbouw werden gespeeld. Maar na enige tijd ontstond er wat balorigheid: sommige spelers begonnen te spelen als een natte krant of begonnen bewust te f*cken, met het gevolg dat die trend al snel werd overgenomen. Want je bleef maar één zet aan dat bord hangen, dus een dubieuze opening in gang zetten, daar had alleen een ander last van. Een dame weggeven, wie doet je wat! Want op het bord daarna had je weer nieuwe kansen.
Tot het moment dat een ieder doorkreeg dat je je eigen ondergang kon tekenen, en degene die verloor moest het strijdveld (met bord en al) verlaten. Dus er werd driftig met allerlei tricks en trucks gesmeten om de onvermijdelijke uitschakeling te ontlopen. Zelfs samenzwering werd niet geschuwd om enkele kanshebbers uit te schakelen. De climax werd bereikt toen er nog maar met één bord en drie spelers gespeeld werd. Good old Wytze werd in de nek gezeten door Anne terwijl Jeroen met ogenschijnlijk gemak elk dreigend mat wist te ontlopen. Met alleen nog een zwarte koning op het bord welke bedreigd werd door een witte dame en toren was het een kwestie van: wie zet als eerste mat? Wytze luidde de ondergang in van Anne door een listig zetje en zo kon Jeroen met de witte stukken, Anne pardoes mat zetten.
Over en uit en grote hilariteit natuurlijk. Jeroen was zeer te spreken over deze variant en begon zelfs te opperen om dit tot standaard te verheffen elke dinsdagavond. De voorzitter vond dit enthousiast idee prijzenswaardig, maar om nu direct een 110 jarig fenomeen naar de prullenbak te verwijzen, was wel wat te bot…
Na deze climax en enkele versnaperingen werd er nagedacht over een laatste variant van deze avond. Nog nahijgend van deze halve schaakmarathon werd besloten om een zittende variant te spelen. Met tien man ging dat prima en zo werden er twee teams van elk vijf spelers gemaakt die gebroederlijk naast elkaar de strijd aangingen. Het bijzondere hiervan was dat er maar één klok werd gebruikt. Het vijfde bord beheerde deze klok en deze werd pas ingedrukt als iedereen van de witte dan wel de zwarte kant een zet had gedaan. Er werd bedacht dat als je een zet had gedaan, een vinger op zou steken. Zo kon het vijfde bord zien wanneer de klok kon worden ingedrukt.
In theorie een sluitend systeem, in de praktijk eigenlijk, best wel een ramp.
Ervaring leerde ons dat door de snelheid van zetten, sommige spelers al niet eens meer de vingers lieten zakken, laat staan dat ze naar hun eigen bord keken…
Terwijl Anne nauwlettend de vingers van Jeroen en Jan Hans in de gaten hield, had hij geen enkele aandacht meer voor zijn eigen spel en zo kon Selwin, zonder enige weerstand, hem vrij snel mat zetten.
Ook Christian, normaal gesproken kan hij de snelheid van het licht evenaren als het om de klok indrukken gaat, had te maken met teamgenoten die vergaten de vinger op te steken of zelfs een zet te doen, maar dan wel weer met de vinger omhoog.
Kortom, dat moest anders…..
De voorzitter bracht het idee naar voren om, in plaats van de vinger op te steken, dan maar “klaar!” te roepen. Dat viel in goede aarde en weldra werden de zetten ordelijk en in de juiste volgorde uitgevoerd na een voltallig “klaar” geroep.
Maar ook hier werd de chaos heer en meester: het tempo nam toe en daarmee het “klaar” geroep en de klokdrukkers konden het geroep van vriend of vijand niet meer onderscheiden.
Toen uiteindelijk Hielke het presteerde om twee zetten achtereen te doen en daarmee de dame van Jan Hans van het bord te rossen, was de chaos compleet. Hilariteit, pret ende fun maakte een einde aan deze variant en de schakers, moegestreden maar wel met een dikke grijns op het gezicht sloten de avond met een laatste versnapering af.
Dat deze eerste avond met andere schaakvarianten erg in de smaak is gevallen was maar al te duidelijk. Veel plezier gehad en erg belangrijk: het maakt niet uit hoe goed je bent met schaken: je hebt veel plezier en iedereen kan winnen!
De vice-voorzitter wist deze avond mooi samen te vatten, want hij zag in eerste instantie wel wat tegen die rare schaakvarianten op: (vrij vertaald)
“Ik kwam met lood in de schoenen aan, maar ga weer huppelend naar huis”.
Een mooier compliment kan je als schaakclub niet krijgen.
In januari 2017 is er een tweede alternatieve varianten avond!