Afgelopen week heb me weer verbaasd over de nederlandse taal en het gebruik daarvan in de media.
Normale bedrijven gaan “gewoon’’ failliet, Maar nu met de kredietcrisis heeft iemand in het begin gezegd “de bank valt omâ€. Sindsdien heeft iedereen het hier over het omvallen van banken. Waarom vallen banken om en andere bedrijven niet? Ik weet het niet.
Voetbalcommentatoren spreken vaak van Schaakvoetbal als het een saaie wedstrijd is. Dit is te wijten aan onwetendheid. Bijna niemand weet dat vele spreekwoorden zijn ontleend aan het edele schaakspel.
In Sneek kennen we natuurlijk de plaatselijke spreekwoorden “Hij heeft een stelling als een Tuunhekâ€, ooit ontstaan toen men alle gaten in de stelling van Wietze van der Zee ontwaardde.
“Toestand in Marokko†van wijlen G. Faber blijft ook altijd bestaan als men in de problemen komt tijdens de partij. Maar landelijk kent niemand deze gezegden.
In 1173 speelden de twee Italiaanse architecten Gugilmo en Buonanno een schaakpartij. Gugilmo die verloren stond had maar 1 redding…. Tg8 – f1. Hij speelde deze zet met zoveel overtuiging dat Buananno niet merkte dat het een onreglementaire zet was. Een paar zetten later verloor hij. Toen achteraf bleek hoe hij verloren had, besloot hij wraak te nemen. Bij hun gezamenlijke bouwproject veranderde hij stiekem enkele cijfers op de bouwtekening.
Toen het bouwwerk voltooid was, bleek dat de gebouwde toren scheef stond. U begrijpt nu dat beide heren in Pisa woonden. Het spreekwoord “Zo scheef als de Toren van Pisa†is sindsdien wereldwijd bekend.
In 1529 werd in Leeuwarden de zet Tg8- e1 gespeeld. De Oldehove, die dan ook schever staat dan de toren in Pisa, heeft curieus genoeg nooit de spreekwoordstatus bereikt.
In België speelde ooit een groot jeugdtalent. Het etterbakje vond zichzelf de allerbeste. Op zeker moment speelde hij een keer Th1-h3, terwijl er een paard op h2 stond.
Sindsdien noemden ze het eigenwijze ventje “over het paard getildâ€, wat overal werd overgenomen in dergelijke gevallen.