Catrinus Wester (12 juni 1918 – 24 april 2008)
(uit het jubileumboek:)
In het Sneker Nieuwsblad van donderdag 16 oktober 1975 wordt uitgebreid stilgestaan bij bij het 100 jarige bestaan van de schaakclub Sneek. C. Wester is dan voorzitter. Hij werd in 1938 lid van de club en zou dat tot 1999 blijven.
Van 1970 tot 1977 was hij voorzitter, daarvoor bekleedde hij tal van functies binnen de vereniging.
We komen zijn beeldende taal tegen in de vele jaarverslagen van zijn hand. Als vice-voorzitter verving hij menigmaal zijn voorganger de heer J. Jorna. Het is in dit verband best aardig om een lijst van voorzitters te plaatsen:
J. vd Weij 1906
F. Vellinga 1907-1910
F. Ferwerda 1911-1951
W. Binnema 1952-1954
J. Kramer 1955-1956
J. Jorna 1957-1968
C. Wester 1969-1976
J. Wiersma 1977-1978
J. Meijer 1979-1981
D.D. Schild 1982-heden
Met stip staat bovenaan de heer Ferwerda als langstzittende.
Wester zei van hem:
"Voorzitter de heer Ferwerda, zeer punctueel, was dinsdag half acht op zijn plaats, anders ziek".
Hij noemde in enkele herinneringen sinds 1942: "Wedstrijdleider Dr. Wiegman, zeer bekend uit diverse functies in de schaakwereld, jaren deelnemer aan het Fries kampioenschap, eminent wedstrijdleider'. "Meester Plat, jaren een belangrijke figuur in de Sneker Schaakclub. "
"Kramer; een speler die zich weinig van de theorie aantrok en vaak op de 2e of 3e zet al met de koningin in actie kwam. In de club bekend als de Snekermeeropening. Met het nodige commentaar erbij verraste hij vaak vriend en vijand."
"Auke Bootsma, jaren bekend in het Friese schaakgebeuren, gaf nooit op, zat altijd in tijdnood, waarbij meermalen zelfs de rug van de stoel nat was van de transpiratie."
"Hokwerda, jaren niet weg te denken van de vele kampioenschappen, speelde zo geconcentreerd dat hij meermalen de consumptie van zijn tegenstander nuttigde of er de as van zijn sigaar in deponeerde." "Mr. Van der Velde, een bijzonder trouw lid, die altijd achter de schermen bezig was met de organisatie en zelfs verjaardagsvisites verzette voor een wedstrijd."
Zelf was Wester een correcte en innemende man. In 1946 werd hij kampioen van de schaakclub en zei in een ledenvergadering: "Het is toch een sportieve plicht om uw partijen, ook als u er eens minder zin in heeft, te komen spelen en wanneer u werkelijk niet kunt komen, stuur een tijdig bericht, opdat de wedstrijdleiding in staat is het rooster voor de avond zo mogelijk te wijzigen" (het is alsof ik Anne Kloosterman, wedstrijdleider in 2006, hoor spreken).
In 1957 werd hij weer kampioen. Een goede prestatie want hij moest opboksen tegen HokWerda en Wiegman. Veel verhalen uit die tijd zijn niet aan ons overgeleverd.
Uit de mond van de heer Wester noteren we: "Het gebeurde omstreeks 1949-1950. Het eerste tiental was voor een wedstrijd weg geweest en kwam met de trein naar Heerenveen om daar met de laatste bus naar Sneek te reizen. Ons trouwe lid de heer Siemensma zag niet al te best. Hij zat bij de deur en op de vraag "waar zijn we" antwoordde hij "Wolvega", maar de eerstvolgende halte waar nu gestopt werd was niet Heerenveen maar Grou. Omdat er geen taxi's reden op die tijd is de club naar de Snekerhoek gelopen om vandaar via een lift naar Sneek te reizen. Er was geen vaste tijd van thuiskomen bij. Vaak wordt de heer Siemensma nog lachend gevraagd of we Wolvega al gepasseerd zijn.
Een andere keer; het was vlak na de oorlog en veel treinen reden er nog niet, waren we in Zwolle aan de markt aan het spelen. En zoals het altijd gaat, tot het laatst arbitreren. Op een gegeven moment was het jongens wij halen de trein niet meer. Wij in looppas naar de trein. Halverwege werd voorzitter Ferwerda met man en macht in een auto gewerkt. Toen we na veel gehijg en gepuf op het station kwamen stond de trein er nog. Net op tijd. Toen bleek dat niemand de consumpties had afgerekend. De voorzitter heeft dit later per postwissel in orde gemaakt". Als altijd was de samenstelling van de competitie een punt met vele haken en ogen.
Ferwerda, voorzitter zei steeds: "Niet op tijd aanwezig en niet afgebeld, onherroepelijk een nul".
Dr. Wiegman, wedstrijdleider antwoordde op de vraag van de voorzitter hoe hij erover dacht (Wiegman was er geen voorstander van): "Ja, het zou zo wel kunnen, maar je kan ook nog bedanken als lid". Het probleem bleef en zal wel blijven schreef Wester met vooruitziende blik.
In 1983 werd Wester samen met A.M. Brouwer door voorzitter Schild benoemd tot erelid. Allebei waren het verstokte rokers. Ze ontvingen als huldeblijk een aansteker met inscriptie.
In 1999 zegde hij in verband met zijn gezondheid op als lid. We zullen hem blijven herinneren als de man die bij de ledenvergaderingen opstond en namens de leden het bestuur bedankte voor zijn inspanningen.