Naast de grote leden toeloop moesten wij ook een lid missen : Ge Faber overleed op maandag 26 j.l. Voor een ieder die hem kende een groot gemis. Zijn inzet en zijn nimmer aflatende hartstocht voor het spel maakten hem tot een van de kleurrijkste figuren van onze club. Jaren aan de top en tot voorkort nog steeds een speler om rekening mee te houden. Ruim een halve eeuw actief in de sport en bovendien erelid van onze club. Voor degenen die hem niet zo goed kenden beveelt het bestuur de lezers aan om het interview met hem te lezen die in het najaar van 1987 werd afgenomen.
Ter nagedachtenis van een man die vele uitspraken had en nog altijd worden gebezigd zoals : "remarze!", "siekenhuus!" en ''opgeve nou!".
We zullen hem missen.
Zoals U kon lezen bij de bestuursmededelingen moesten wij afscheid nemen van ons lid G. Faber. Hieronder leest u een intervieuw met hem gehouden in de zomer van 1987. Dit interview zal, voor degenen die niet kenden, een beeld geven van een hartstochtelijk schaker die "coute que coute" achter het bord zat en alles daarvoor liet staan. Onder het kopje "En Passant" werd er in die tijd een interview afgenomen van leden die vele jaren grote invloed hebben uitgeoefend op de Sneker Schaakclub. Faber was de tweede in de (lange) rij van schakers.
Een laatste groet aan een kleurrijk schaker.
Terug van even weggeweest. weer een interview met een clublid die bijna 50 jaar actief de schaaksport beoefend. Die halve eeuw blijkt een kleurrijk leven te zijn....
Gezeten in een comfortabele fauteuil en genietend van een lekker bakje koffie, luister ik naar een halve eeuw schaakhistorie. In 1938 verhuisde de lemster G. Faber als 25 jarige bakkersknecht naar Sneek alwaar hij een bakkerswinkel opende in de Schoolstraat. In dat zelfde jaar werd de schaakclub ONDA opgericht door o.a. van Houten waarvan G.F. gauw lid werd In de twee seizoenen voor de Tweede W.O. werd G.F. beide keren clubkampioen maar had daar eerlijk gezegd ook niet veel
tegenstand.Als een zekere Wiegrnan, lid van de s.c. Sneek, de club ONDA uitnodigt voor een massakamp ging men daar graag Op in en de toenmalige 12 leden van O.N.D.A. wisten de sc 8neek netjes op 6-6 te houden. Wiegman, onder de indruk van de sterkte van enkele spelers van O.N.D.A. en voorstander van één schaakclub in Sneek, stelt stelt G.F. voor een fusie tussen de beide schaakclubs te leten plaatsvinden. G.F. is er vlak voor en weet met veel moeite de overige spelers over te halen. Sneek heeft nu één Schaakclub!!
De oorlog deed de competitie verstommen, maar het schaakvuur van enkele schakers was nog lang niet gedoofd. Dokter H. Gerritsma, een goede vriend van G.F., weet een kampioenschap. van Sneek te organiseren in zijn huis. Acht volhouders waaronder G.F. natuurlijk streden om die eer en G.F. wist die eer zelfs op te strijken! Nadat Nederland zich van haar juk had bevrijd ging men direct weer los. Ruim 60 leden telde de club en het eerste team wist zich ruim 20 jaar te handhaven in de tweede klasse van de K.N.S.B . Een sterk wapenfeit was dat Sneek I de Nijmeegse club S .M .C. met 5½-4½ versloeg. (u telt goed, niet zo lang geleden waren er nog tientallen)
In deze glorie dagen speelde G.F. ontzettend veel toernooien en wedstrijden mee. Deze verslaving deed een grote aanval op zijn slaapreserves, want die zaterdags moest de bakkerij wel open! 's nachts om 2o 00 uur werd er dan vooruit gebakken en Hans (de zoon van Wiegman ondertusssn een zeer goede vriend van G.F.) werd naar de bakkerij gestuurd om te helpen zodat hij zeker mee kon spelen in de externe competitie. Koste wat het kost moest Faber meedoen, ook verjaardagen en andere feesten waren geen aanleiding voor hem om weg te blijven van een competitie avond.
En zijn vrouw? Hoe stond zij er tegenover? Nu stond zij ( en nog steeds) zeer positief tegenover haar mans hobby (volgens G.F. eerder een ziekte) En zij liet hem volledig vrij daarin. Zij stimuleerde het zelfs. Maar de liefde kon niet van één kant komen en dat ·wist G.F. maar al te goed. (en van beide kanten komt het nog steeds).
In 1953 moest Faber scheiden van zijn bakkerij daar een allergie hem dwars zat. Zijn vriend en tevens huisarts Hennie Gerritsma raadde hem aan de goedlopende zaak te verkopen. G.F. geloofde zij n vriend in eerste instantie niet, maar in Groningen wist men zijn vriend de dokter gelijk te geven Met de opbrengst kon hij een melkwijk (de Noorderhoek) kopen. Nu kon hij weer zonder problemen op zaterdag schaken. Maar hij was niet de enige zelfstandige en daarom kon het wel gebeuren dat een externe
competitie wedstrijd voor de ene helft op zaterdag en voor de andere helft op de zondags daarop werd gespeeld. Dat de christelijke schakers alleen op zaterdag wilden spelen spreekt voor zich, maar soms kon het niet anders.
Ook de melkwijk werd hem te veel en op 56-jarige leeftijd verkocht hij de wijk. Via een vriend kon hij een baan krijgen als adrninistratieve kracht bij OZON, wat hij bleef doen tot aan z'n 65 ste levensjaar. Sindsdien gebruikte hij nog meer vrije tijd voor toernooien.
Faber werd (en is nog steeds ) een bekend en gewaardeerd toernooischaker en het gebeμrde dan ook niet vaak dat hij niet mee deed. Faber heeft in de loop van de jaren meer bekers en ander eremetaal gewonnen dan ik kopjes en glazen heb.
Over zo'n toernooi een leuke anekdote:
Het Friesch Dagblad bestond zon 50 jaar en ter gelegenheid daarvan werd er een sinultaan gehouden door de toenmalige Nederlands Kampioen van Scheltinga. Uit elke friese stad kwamen 3 scliakers zodat ruim 30 spelers het tegen hem opnamen. Faber, Gerritsma en Wiegman deden voor Sneek mee. Laatst genoemde zag zich al na 15 minuten van het bord geveegd, terwijl Gerritsma een kwartier later moest opgeven. Maar Faber ging door terwijl rondom hem friese schakers hij bosjes werden aîgevoerd. G.F hield stand.
Tenslotte stond de hele friese delegatie achter Faber om hem aan te moedigen, maar G.F. deed het anders: Hij wist van Scheltinga te ontmoedigen met de historische woorden: : “Nou kest dou dr. Euwe er bij hale, maar d’r aan gaaste!”
Zelfs deze ijzersterke schaker kon niet meer helpen want twee pionnetjes roken de overwinning en waren dan ook niet ·meer te keren. Van Scheltinga kapituleerde. Als enige die een vol punt scoorde, stond hij natuurlijk met dikke letters in het F.D.
In een halve eeuw waarin het schaken voorop stond, is voor G.F. z'n vrouw onmisbaar geweest. Zonder haar steun zou hij nooit op die manier z'n hobby (lees ziekte) kunnen beleven. Voor hem is nu het winnen niet zo belangrijk meer (terwijl hij nog steeds vaak wint), voor hem geldt het spel op zich en de sfeer daar om heen.
Daarom voelt hij zich ook zo thuis bij de schaakclub Sneek terwijl hij met alle plezier de jeugd voor laat gaan. Deze wordt sterker en sterker en Faber ziet met genoegen hoe Sneek deze kampioenen in spè opvangt (hulde aan de jeugdleiders).
Met één zin weet hij z’n met schaken doorspekt leven samen te vatten: “ik ben hartstikke gek weest, maar ik ben blij dat ik het deen hew”
Terwijl er nog vele verhalen door mijn hoofd dollen besef ik als eenvoudig interviewer dat zo’n lang en prachtig schaakleven niet is samen te vatten in ons z0 onderhand VOLprezen clubblad. Dit interview is maar een schets en wie weet maakt iemand hiervan ooit een kleurrijk schilderij, want dat mag ik toch wel schrijven, het is en blijft een kleurrijk figuur in de Friese schaakwereld die G. Faber en in onze club in het bijzonder.
Hij hoopt (en wij met hem) nog vele jaren te mogen schaken bij Sneek want dat zal zeker niet aan hem of zijn vrouw liggen!
En wat hij vind van de tweekamp Kasparov - Karpov? “Karpov blieft een halmaspeuler”
interviewer: Anne Kloosterman.